Honing van de imker
Marijke en Peter, imkers

Alles wat u wil weten
van naaldje tot draadje
 imker marijke
Kan ik u helpen ?




 soorten honing  

creme honing

honing zonder  suiker

het leven van de bij

propolis

royal jelly

rauwe honing

bio honing

koud geslingerde honing

koninginnebrij

pollen

bijenbrood

bijen-was

info over bijen

honing gezond
 
Zuiver ambachtelijke rauwe honing
      Eigen productie ☆ Recensies
Bio honing

Is bio-honing beter?

Samenvatting

Inlandse honing voldoet qua samenstelling en analyse aan exact dezelfde criteria als de zogenoemde biologische honing.

De Europese wetgeving laat echter, de facto, niet toe om natuurlijke inlandse honing te labelen als bio-honing. Door randvoorwaarden die in de Benelux niet realiseerbaar zijn. Terwijl die randvoorwaarden geen enkel invloed hebben op de kwaliteit van de honing.

Tegelijk zijn de normen qua drachtgebied (waar de "bio-honing" wordt geoogst) dermate soepel dat het concept van een "ongerept oogstgebied" voor de bio-honing niet kan gegarandeerd.

De etikettering "biologische honing" is in de praktijk een holle marketingterm zonder meerwaarde voor de consument.

De wettelijke invulling van bio-honing:

Naast een aantal logische regels ivm gebruik van schadelijke produkten en degelijke productiepraktijken stelt de Europese verordening ivm biologische produktie dat:

bio-honing
" de bijenkasten moeten zo geplaatst zijn dat bronnen van nectar en stuifmeel binnen een straal van 3 km van de locatie van de bijenkasten hoofdzakelijk bestaan uit biologisch geproduceerde gewassen

of spontane vegetatie of gewassen waarop slechts licht milieubelastende technieken worden toegepast

die gelijkwaardig zijn aan die welke zijn beschreven in de artikelen 28 en 30 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, en die geen gevolgen kunnen hebben voor de biologische status van de bijenteeltproductie.

Die bepaling is niet van toepassing op gebieden waar geen bloei plaatsvindt, of wanneer de bijenkolonies in rust zijn
"
En ook:
" De bijenteelt in gebieden of zones die door de lidstaten zijn aangemerkt als ongeschikt voor de biologische bijenteelt, mag niet als biologisch worden beschouwd."

  • In Vlaanderen
  • heeft de overheid geen ongeschikte gebieden aangeduid, maar anderzijds heeft nog niemand een bio-label aangevraagd. Biotelers in de landbouw vormen minder dan 2% van het landbouwarsenaal en liggen versnipperd over het grondgebied. De 3 km regel is hier onhaalbaar.
  • In Wallonie
  • is er een (1) bio-imker met een twintigtal kasten.
  • In Nederland
  • heeft de overheid de regel omgekeerd en sinds 2016 via nieuwe wetgeving de mogelijkheid gegeven aan imkers om een bio-label aan te vragen. Het is dan aan de Nederlandse imker om te bewijzen dat zijn honing aan de criteria voldoet.


    Een honingbij vliegt tot 3 km, dat geeft dus een gebied van 30 km2 of 3.000 ha terwijl een gemiddeld landbouwbedrijf in deze regio 60 ha beslaat. Anders gezegd kan de honingbij meer dan 50 bedrijven bezoeken, terwijl minder dan 2% van de bedrijven biologisch teelt.

    Is bio-honing beter voor de consument?

    Voegt het bio-label iets extra toe?
    A
    Het zwakke punt in die regelgeving is het woord "hoofdzakelijk".
    Men baseert zich hier puur op de totale oppervlakte bio of niet-bio die de bijen bevliegen. Het percentage is niet verder gedefinieerd en mag dus voor bijna voor een groot deel uit niet-bio bestaan.

    B
    Maar veel fundamenteler is dat een honingbij haar fourrage niet mooi gelijkmatig verdeelt over de bereikbare oppervlakte. Een honingbij haalt haar nectar   daar waar het haar past,   namelijk bij de bloemen met een groot aanbod aan nectars.

    Theoretisch zou het kunnen dat de bijtjes hun bevoorrading exact verdelen over het bio en niet-bio gebied. Zodat de honing "hoofdzakelijk" uit bio teelt komt.

    De imker kan de kolonie proberen leiden door haar midden een bio gebied te plaatsen, maar uiteindelijk beslissen de diertjes zelf. De imker kan leiden, niet dwingen.

    Het is dus evengoed mogelijk dat 100% uit het niet-bio gebied komt omdat juist daar de (voor de honingbij) interessantste bloemen bloeien. Daarnaast is een honingbij bloemvast: ze zal die dracht bevliegen tot uitputting.

    En toch zal dat product het bio label dragen. bijen in boomgaard


    Wat is dan het verschil ?
    Wat is de meerwaarde van het honing-bio-label voor de consument?


    C
    Volgens de bio regels mag men geen honing halen uit raten met broed: Iets wat geen zinnig imker doet, dit wel doen zou de honing vervuilen met bijenbrood en broed.

    D
    Diverse eisen komen eigenlijk neer op logische GMP regels: niet in een vervuilende omgeving en geen chemische/vervuilende materialen of middelen gebruiken nabij de kolonies.
    Iets wat iedere zichzelf respecterende imker doet.

    E
    De belangrijkste bemerking bij deze wetgeving is dat er voor het   eindprodukt   nergens strengere normen worden gesteld tov honing uit de gewone "commerciele" produktie. De wet definieert enkel de produktie omstandigheden maar niet het eindprodukt, zie punten A & B.

    Lege doos
    Het produkt "bio honing" moet uiteindelijk voldoen aan dezelfde kwaliteitscriteria als "gewone" honing.
    Geen van beide mag residu bevatten. Het bio-label lijkt, voor wat betreft honing, sterk op een lege doos.

    Het enig mogelijke verschil zou kunnen zitten in de opgelegde produktie methodes, indien deze een invloed hebben op het milieu en/of de bijen-welzijn.

    Is bio-honing beter
    voor het milieu , dierenwelzijn of bio-produktie in het algemeen?

    Punt 1 van het EU beleid :
    " .... De biologische productie speelt aldus een tweeledige rol in de samenleving, enerzijds als leverancier aan een specifieke markt die inspeelt op de vraag van de consument naar biologische producten, en anderzijds als leverancier van voor het algemene publiek beschikbare goederen die bijdragen tot de bescherming van het milieu en het dierenwelzijn, alsmede tot de plattelandsontwikkeling. "

    Punt 6 van het EU beleid:
    "Met het oog op de doelstellingen van het Uniebeleid inzake de biologische productie moet het rechtskader voor de uitvoering van dat beleid gericht zijn op het verzekeren van eerlijke concurrentie en de goede werking van de interne markt voor biologische producten, alsmede op het behouden en onderbouwen van het vertrouwen van de consument in als biologisch geetiketteerde producten en op het creeren van omstandigheden waarin het beleid verder kan evolueren in overeenstemming met de productie- en marktontwikkelingen."


  • Zijn die doelstellingen bereikt ?
  • Bij nalezing van de verordening bemerkt men volgende punten: zwarte bij

    1- Rodenticiden:
    Men mag alleen vergif gebruiken dat goedgekeurd werd voor gebruik in biologische teelt.

    2- Gebruik van het Apis Mellifera ras of ondersoorten.
    In Belgie en Nederland wordt, al generaties, hoofdzakelijk gewerkt met de Carnica bij, een ondersoort van Apis Mellifera.

    En daarnaast met de Buckfast bij , een kruising van diverse Apis Mellifera ondersoorten.

    In Wallonie loopt in een een project, (niet bio) met de zwarte bij, de bijna uitgestorven Apis Mellifera Mellifera, die beter aangepast is aan ons koudere klimaat. Een heel steeklustig en zwermdriftig beestje.


    3- Verwijderen van het mannelijke broed:
    In het jargon: "darreraat snijden".. Deze biotechnische methode wordt zowel in de gewone/commerciele imkerij als in de bio-imkerij toegelaten, met hetzelfde unieke doel: de bestrijding van de Varroa parasiet.

    4-Bestrijding van de varroa plaag
    Zowel in de gewone, commerciele teelt als in de biologische teelt zijn oxaalzuur en mierenzuur toegelaten, naast produkten op basis van plantenextracten (tym, munt, eucalyptus en kamfer)

    - In de gewone, "commerciele" teelt zijn daarnaast nog twee andere farmaceutische middelen toegelaten op basis van Flumetrine en op basis van Amitraz. Steeds geldt dat er niet behandeld wordt tijdens de honingdracht (desnoods worden de honingzolders verwijderd)

    Dit is eigenlijk het voornaamste verschil tussen bio en niet-bio, hoewel de praktijk toont dat de laatste twee produkten zelden gebruikt worden bij de Benelux imkers. Om de doodsimpele reden dat voormelde behandeling met organische zuren zeer efficient is en bovendien spotgoedkoop. Waarom zou de imker dan duurdere anorganische stoffen gebruiken die bovenop het risico op resistentie dragen.

    5-Bestrijding van andere ziektes:
    Voor biologische teelt zegt de regelgeving:
    " gedurende de periode waarin een behandeling wordt toegepast met chemisch gesynthetiseerde, allopathische producten - waaronder antibiotica - die niet behoren tot de op grond van de artikelen 9 en 24 voor gebruik in de biologische productie toegelaten producten en stoffen, moeten de behandelde kolonies in speciale bijenstallen worden afgezonderd en moet alle bijenwas worden vervangen door bijenwas die afkomstig is van de biologische bijenteelt. Daarna geldt voor die kolonies de in punt 1.2.2 vastgestelde omschakelingsperiode van twaalf maanden"

    Tussenkomst van een veearts en gebruik van farmaceutische produkten is in de imkerij vrij uitzonderlijk. Uiteindelijk is zowel in de gewone- als in de bio-imkerij farmaceutische behandeling toegelaten, onder toezicht van de veearts.

    In de gewone imkerij geldt dezelfde GMP (Good Manufacturing Practive) regel dat zieke kolonies worden afgezonderd, om verspreiding te voorkomen. En dat er geen honing wordt geoogst in die behandelperiode.

    honingpot-bio 6-Verbod op
    vernietigen van bijen voor winning van produkten, knippen van vleugels: Bijen venietigen voor honingwinning: dat is iets uit een heel ver verleden.

    Vleugels knippen bij koninginnen is een praktijk van de "oude " generatie, met als doel het zwermen te beletten. Een goede imker heeft dat soort methodes niet nodig, het kan beter en diervriendelijker. En dat staat los van bio of niet-bio.


    7-Overwinteren op eigen honing
    in plaats van op suikerstroop zoals gebruikelijk.

    Voor de Benelux met onze toch al beperkte produktie per kolonie komt dit neer op een drastische inkrimping van de opbrengst en een verdere stijging van de kostprijs per kilo eindproduct. Hierdoor wordt de lokale imkerij benadeeld tov deze uit warmere streken en de instandhouding van de lokale imkerij nog verder bemoeilijkt: het tegendeel van de EU doelstelling (punt 6 van EU beleid).

    Tegelijk, hoe onlogisch het ook klinkt, verhoogt in onze streken het risico op diarree en sterfte indien men de bijen laat overwinteren op honing. Dat kan toch niet de bedoeling zijn ?

    En last but not least: welke positieve invloed heeft dat voor de consument, voor het eindproduct?
    NUL. Er is geen enkele interactie tussen wat de bijen eten in de winter en wat ze aanvoeren/produceren in de warmere periode. Laat staan tussen wat de winterbijen eten en wat de volgende generaties aanvoeren en verwerken. Een werkbij leeft maximaal zes weken.

    Conclusie

    Hoewel de kwaliteit van honing, meer dan welk ander voedingsprodukt ook, afhangt van de regio/het drachtgebied waar het geoogst wordt, en hoewel het bio-label suggereert een "nog zuiverder" product te leveren, is de norm op dit punt de-facto heel tolerant, zie punt B.

    Het label focust niet op het eindproduct maar op de productie omstandigheden en zaken zoals het bouwmateriaal van de kasten.

    Er is geen enkele indicatie dat het bouwmateriaal invloed heeft op de honing en evenmin op de bijen zelf: hout, plastic, riet of styropor: het zal hen worst wezen.

    Overduidelijk is in elk geval dat de bioregels voor het eindproduct, de honing zelf, geen enkel verschil uitmaken.

    De correcte omschrijving van bio-honing:
    Alles tesamen kan men enkel concluderen dat, voor wat honing betreft, het bio-label nauwelijks iets toevoegt aan het dierenwelzijn en/of het milieu in de Benelux. Voor de consument is er evenmin een meerwaarde te ontdekken. Hier heeft het label, ons inziens, enkel marketingwaarde.

    De "gewone" Benelux honing is door de strenge milieunormen uit zichzelf al zeer zuiver
    en wordt gewonnen met het grootst mogelijke respect voor de natuur.

    Peter
    ************